Cryptovaluta en belastingen

I. Inleiding: cryptovaluta

De ontwikkeling van cryptovaluta (ook wel bekend onder de Engelse verzamelterm: cryptocurrency) en de blockchaintechnologie daarachter ontwikkelt zich in een rap tempo. Er komen steeds meer cryptodienstverleners en cryptovaluta bij. Ook komen er steeds meer toepassingen en mogelijkheden bij. Maar wat zijn nu cryptovaluta en wat is de blockchain?

II. Wat zijn cryptovaluta en hoe werkt de blockchain?

'Crypto’s' zijn digitale tegoeden, bestaande uit een unieke reeks van cijfers en getallen. Kortom: elektronisch geld. Er bestaan geen fysieke munten en biljetten van.

Een 'blockchain' is een gedecentraliseerde database voor het opslaan van data in een keten van datablokken. De blokken kunnen daarbij niet meer gewijzigd worden. Elk blok bevat vaak meerdere transacties, die het resultaat zijn van uitgaande transactieopdrachten. De vastgelegde data kan bijvoorbeeld overschrijvingen van cryptovaluta zijn, maar ook eigendomsakten, afspraken, persoonlijke berichten of andere gegevens bevatten. Om de zoveel tijd wordt een nieuw blok in de blockhcain gecreëerd. 

Elke transactie op de blockchain is openbaar. De informatie op de blockchain wordt beheerd door alle participanten in het netwerk. Zo wordt elke transactie verschillende keren geverifieerd door willekeurige computers. Op het moment dat een transactie voldoende  is goedgekeurd, wordt de transactie van verzender naar ontvanger gestuurd. 'Minen' is het valideren en vastleggen van de transacties op de blockchain door middel van computers. Miners die hun (krachtige) computers laten gebruiken om betalingen te valideren en vast te laten leggen (de zogeheten 'nodes'), kunnen hiervoor een beloning krijgen.

De meest bekende blockchains zijn Bitcoin met als cryptovaluta bitcoin (btc) en Ethereum met als cryptovaluta ether (ETH). De Ethereum blockchain maakt gebruik van smart contracts. In een smart contract zijn alle voorwaarden voorgeprogrammeerd; het contract reageert alleen als er juiste input is. Het voordeel hiervan is dat je niet meer op een derde partij hoeft te vertrouwen om bepaalde voorwaarden uit te voeren. Hierdoor kan een smart contract bijvoorbeeld gebruikt worden voor een eigendomsoverdracht van onroerend goed zonder daarbij gebruik te maken van een notaris voor het passeren van de leveringsakte en de inschrijving in het kadaster.

De cryptomunt, waarmee het allemaal begonnen is, is de bitcoin (BTC). Op 3 januari 2009 startte het bitcoinnetwerk met als eerste deelnemer ene ‘Satoshi Nakamoto’; tot op de dag van vandaag is onbekend wie dat is/zijn geweest. De bitcoin is in 2008 ontstaan als tegenreactie op de wereldwijde kredietcrisis van 2008 (ook wel bekend als: de bankencrisis), toen er ook een vertrouwenscrisis van de burgers richting de (centrale) banken en de overheid ontstond.

Crypto’s zijn namelijk minder ontvankelijk voor overheidscontrole en minder kwetsbaar voor fouten van (centrale) banken. Het voordeel van cryptovaluta en de blockchaintechnologie daarachter is namelijk dat het gedecentraliseerd is. Er is geen derde partij, zoals bijvoorbeeld een bank, nodig om betalingen te verrichten. Hierdoor vinden betalingen direct - zonder tussenpartijen - plaats en geschiedt het betalingsverkeer over het algemeen makkelijker, maar ook sneller. De gegevens in de blockchain zijn ook betrouwbaarder en beter bestand tegen cyberaanvallen, aangezien alle transacties decentraal worden geverifieerd. Bovendien is het betalingsverkeer (nagenoeg) anoniem.

Een nadeel van de toegankelijkheid en anonimiteit is dat crypto’s zich ook gemakkelijker lenen voor illegale praktijken, zoals witwassen. Om dit tegen te gaan, wordt er steeds meer nagedacht over regulering op zowel nationaal als Europees niveau.

III. Introductie van registratieplicht voor cryptodienstverleners o.g.v. vijfde anti-witwasrichtlijn (AMLD5)

Per 21 mei 202 is de Europese vijfde anti-witwasrichtlijn (Richtlijn 2018/843, ook bekend als: “AMLD5”) geïmplementeerd in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Op basis van AMLD5 is er een registratieplicht voor cryptodienstverleners geïntroduceerd en zijn de verplichtingen uit hoofde van de Wwft ook van toepassing op cryptodienstverleners verklaard.

  • Toezicht op naleving op nationaal niveau door DNB

Op nationaal niveau houdt De Nederlandsche Bank (DNB) op nationaal niveau toezicht op de naleving van sanctieregelgeving door onder meer aanbieders van cryptodiensten. Tegoeden van (rechts)personen of entiteiten die op een sanctielijst staan, moeten worden bevroren en er mogen geen financiële diensten aan deze (rechts)personen of entiteiten worden verleend. Dit gebeurt op grond van de Sanctiewet 1977 (Sw) en de Regeling toezicht Sanctiewet 1977 (RtSw). Bij de implementatie van de registratieplicht uit hoofde van AMLD5 in de Wwft heeft de Nederlandse wetgever echter een aanvullende voorafgaande toetsing in het leven geroepen. Van cryptoaanbieders werd namelijk verwacht dat bij iedere transactie de identiteit van de ontvanger geverifieerd moest zijn en dat technisch aangetoond moest zijn dat de ontvanger van de crypto ook de houder van de wallet was. . Dit wordt ook wel de (wallet)verificatie-eis genoemd en is bedoeld om misbruik van anonieme valuta tegen te gaan. Het zou anders te gemakkelijk zijn voor personen op de sanctielijst om transacties te doen met crypto’s.

  • Kort-geding Bitonic tegen DNB

Bitonic als cryptodiensverlener was van oordeel dat deze aanvullende toetsing te streng was en spande ter zake een kort geding aan bij de voorzieningenrechter van Rechtbank Rotterdam wegens strijdigheid met het Europese recht. Volgens Bitonic wordt in de AMLD5 de registratie van cryptodienstverleners niet gekoppeld aan naleving van de Sanctieregelgeving, zodat het de wetgever niet vrij stond om in de Wwft op te nemen dat voor registratie vereist is dat een verzoeker gegevens verstrekt met betrekking tot naleving van de Sw. Met de walletverificatie-eis zou de Nederlandse wetgever – in afwijking van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State – feitelijk een vergunningsregime hebben gecreëerd, terwijl AMLD5 enkel een registratieregime beoogt.

DNB beriep zich op het standpunt dat met de inwerkingtreding van de Implementatiewet aanbieders van diensten voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta  en aanbieders van bewaarportemonnees onder integriteitstoezicht van DNB staan op grond van de Wwft en Sw. Verder voerde DNB aan dat zij een poortwachtersfunctie heeft en dat het onderbrengen van cryptotransacties onder het integriteitstoezicht is ingegeven door de hoge mate van anonimiteit, waarmee transacties in crypto’s uitgevoerd kunnen worden, bijvoorbeeld witwassen, het financieren van terrorisme of het financieren van partijen die op een sanctielijst staan.

In kort geding dient een voorzieningenrechter terughoudend te toetsen. De voorzieningenrechter van Rechtbank Rotterdam diende derhalve marginaal te toetsen of in het geval van Bitonic de toepassing van de walletverificatie-eis in de gegeven omstandigheden proportioneel was. De voorzieningenrechter twijfelde niet aan het belang van DNB bij haar taak om toe te zien op naleving van de Wwft en Sw. De voorzieningenrechter had echter wel twijfels of DNB, gelet op de (Europese) wet- en regelgeving, het registratievereiste heeft kunnen uitwerken op de wijze waarop zij dat heeft gedaan. In het advies van de AaRvS van 3 juni 2019 is namelijk (Kamerstukken II 2018-2019, 35 245, nr. 4) uitdrukkelijk opgenomen dat de Richtlijn het niet mogelijk maakt om de daarin voorgeschreven registratieplicht vorm te geven als een (verdergaande) vergunningsplicht met voorafgaande toetsing. De maatregel moet proportioneel zijn ten opzichte van de lasten die dat meebrengt voor de dienstverleners. De voorzieningenrechter vond dat de invulling die DNB aan het registratieregime heeft gegeven in het geval van Bitonic, naar voorlopig oordeel, kenmerken leek te vertonen van een vergunningsregime, nu de invulling van het registratievereiste is onderworpen aan een vrij vergaande voorafgaande toetsing. De voorzieningenrechter oordeelde op 7 april 2021 dat de DNB inderdaad te streng optrad tegen cryptodiensverleners en gaf het gelijk daarbij aan Bitonic.

  • Waarschuwing van DNB inzake Binance

De hierboven bedoelde wettelijke registratieplicht is van toepassing op alle cryptodiensten die in Nederland aangeboden worden.

Binance is één van de grootste cryptobeursen ter wereld, waar je via een platform kunt handelen in cryptovaluta. Doordat Binance (nog) geen verplichte registratie in Nederland heeft, handelt het in strijd met Nederlandse wetgeving en mag Binance in Nederland geen diensten (meer) aanbieden. DNB heeft op 18 augustus 2021 gewaarschuwd dat klanten hierdoor een verhoogd risico lopen om betrokken te raken bij witwassen of terrorismeactiviteiten. Klanten zijn zelf niet in overtreding, zodat het voor Nederlanders nog steeds mogelijk is om via Binance in cryptomunten te handelen.

Naar verluidt werkt Binance momenteel aan een aanvraag voor de vereiste registratie bij DNB.

IV. Automatische uitwisseling van cryptogegevens (DAC8) is onderweg

Er komt steeds meer Europese wetgeving, die het doel heeft om op internationaal niveau samen te werken en gegevens uit te wisselen om belastingfraude tegen te gaan. Dit geldt ook voor platformexploitanten, waaronder cryptodienstverlenders. Zo is op Europees niveau ook het een en ander geregeld in de administratieve samenwerkingsrichtlijnen op het gebied van belastingen, ook bekend als de ‘Directive Administrative Cooperation’ (Richtlijn 2011/16/EU, ook bekend als: “DAC1”).  

DAC1 is op 1 januari 2013 in werking getreden en in de afgelopen jaren herhaaldelijk gewijzigd in verband met aan te vullen categorieën van uit te wisselen gegevens. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar ons nieuwsbericht van 22 februari 2021, waarin wij nader op deze aanvullingen zijn ingegaan.  

Voor cryptovaluta zijn met name DAC7 en DAC8 relevant.

Met DAC7 wordt een automatische uitwisseling van informatie ingevoerd voor digitale platformexploitanten. Daarbij gaat het om een rapportageverplichting van bepaalde informatie over verkopers die voor hun activiteiten gebruik maken van het digitale platform, welke gegevens vervolgens automatisch uitgewisseld moeten worden met de betrokken lidstaten. De lidstaten moeten DAC7 uiterlijk op 31 december 2022 geïmplementeerd hebben in hun nationale wetgeving en per 1 januari 2023 in werking hebben gesteld. Digitale platformen zijn in 2024 voor het eerst rapportageplichtig over het kalenderjaar 2023.

DAC7 strekt zich echter niet ook tot de automatische gegevensuitwisseling van cryptovaluta. Vandaar dat momenteel op Europees niveau gewerkt wordt aan DAC8. De verwachting is dat met DAC8 ook cryptovaluta en elektronisch geld onder de automatische gegevensuitwisseling worden gebracht, als gevolg waarvan het lastiger zal worden om crypto’s te verhullen voor de fiscus.

V. Conclusie

Indien u cryptovaluta, zoals Bitcoin, Ethereum, Ripple etc., bezit en nog niet (volledig) heeft aangegeven in uw belastingaangiften, dan adviseren wij u dit z.s.m. alsnog te doen. Het is een kwestie fvan tijd, voordat het net zich schuilt.

Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande vragen hebben over cryptovaluta of hulp nodig hebben bij het (alsnog) aangeven van uw cryptovaluta, neem dan contact op met mr. N.B.M. Vink of mr. S. Vink, advocaat-belastingkundigen, verbonden aan Vink & Partners Legal and Tax.