Afschaffing inkeerregeling per 2020

Met ingang van 1 januari 2018 was de inkeerregeling al ingeperkt voor box 3-vermogen dat in het buitenland wordt aangehouden. Per 1 januari 2020 is de inkeerregeling nog verder beperkt. Sindsdien is de inkeerregeling ook niet meer van toepassing op box 3-vermogen dat in Nederland wordt aangehouden en ook niet op verzwegen inkomen uit aanmerkelijkbelang-aandelen (ab-aandelen) in box 2.

Zoals het nu staat, is vrijwillige inkeer - op grond waarvan verzwegen inkomsten alsnog aan de fiscus konden worden gemeld zonder strafrechtelijke gevolgen en tegen lagere boetes - met ingang van 1 januari 2020 niet meer mogelijk voor verzwegen inkomsten uit box 3-vermogen en uit ab-aandelen (box 2), ongeacht waar dit inkomen is opgekomen (het onderscheid tussen binnenland en buitenland is derhalve niet meer relevant). Deze inperking van de inkeerregeling gold al met ingang van 1 januari 2018 voor verzwegen inkomsten uit box 3-vermogen, die in het buitenland werden aangehouden (vgl. ons nieuwsbericht van 20 november 2019). Bij de wetswijziging per 1 januari 2018 is echter ook overgangsrecht opgenomen, op basis waarvan deze inperking enkel van toepassing is op onjuiste aangiften ingediend vanaf 1 januari 2018 en dus niet op onjuiste aangiften gedaan vóór 1 janauri 2018. Nu er bij de verdere beperking van de inkeerregeling per 1 januari 2020 geen overgangsregeling is opgenomen, gaat de huidige afschaffing nog veel verder. Zoals het nu staat, geldt deze namelijk voor alle jaren; dus ook voor onjuiste aangiften die vóór 1 januari 2020 zijn ingediend.

Afschaffing van de inkeerregeling voor inkomsten uit box 2 en box 3 brengt met ingang van 1 januari 2020 ook een risico op strafrechtelijke vervolging met zich mee - in geval van een vrijwillige verbetering vanaf 2020 - en, wanneer niet tot strafrechtelijke vervolging wordt overgaan, hogere boetes. Zo bedraagt de boete voor box 2 maximaal 100% en voor box 3 maximaal 300%. Wij betwijfelen echter of er in al deze gevallen ook strafrechtelijke vervolging volgt. Ons is namelijk gebleken dat de fiscus - zelfs in gevallen waar zij een buitenlandse rekening zelf op het spoor is gekomen - niet per definitie overgaat tot strafrechtelijke vervolging, wanneer er alsnog wordt meegewerkt en volledige openheid van zaken wordt gegeven. Het volledig meewerken wordt, zo is ook onze ervaring, gezien als een strafverminderende omstandigheid bij het bepalen van de hoogte van de boete.

Op grond van de nieuwe inkeerregeling blijft inkeer vanaf 2020 nog wel mogelijk voor box 1-inkomen en bijvoorbeeld de schenk- en erfbelasting. In geval van vrijwillige verbetering ter zake van dergelijke inkomensbestanddelen, blijft strafrechtelijke vervolging in principe uitgesloten. In de nieuwe regeling is echter expliciet opgenomen dat bij een vrijwillige inkeermelding strafrechtelijke vervolging wel mogelijk is ter zake van verzwegen inkomen uit box 2 of box 3, terwijl dit voorheen uitdrukkelijk was uitgesloten. Dat is een gemiste kans. Het geeft onnodige onzekerheid en het zou belastingplichtigen, die alsnog openheid van zaken willen geven, er wel eens van kunnen weerhouden om dat te doen. Het zou derhalve verstandiger zijn geweest wanneer de wetgever bij de wetswijziging per 1 januari 2020 ook overgangsrecht had gecreërd.

Indien u vragen heeft over dit soort zaken of geconfronteerd wordt met een vragenbrief, neem dan contact op met mr. N.B.M. Vink of mr. S. Vink, advocaat-belastingkundigen, verbonden aan Vink & Partners Legal and Tax. In onze hoedanigheid van advocaat-belastingkundigen zijn wij vanwege onze geheimhoudingsplicht bij uitstek geschikt om u in dit soort zaken te helpen.