Voorstel om de BOR verder te verruimen en te beperken

Het kabinet heeft op Prinsjesdag 2023 al een aantal concrete maatregelen opgenomen om de BOR en DSR te versoberen. Zo kwalificeert met ingang van 1 januari 2024 aan derde verhuurd vastgoed als beleggingsvermogen, zodat aan derde verhuurd vastgoed standaard buiten de faciliteit komt te vallen. Het kabinet heeft inmiddels een aantal andere maatregelen aangekondigd, waarvan het de bedoeling is dat deze in werking treden vanaf 2025.

Op 19 april 2024 is het conceptwetsvoorstel Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025 voor consultatie gepubliceerd. In dit voorstel worden vijf maatregelen ter aanpassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting, de “BOR”, en de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting voor een aanmerkelijk belang in box 2, de “DSR”, voorgesteld.

Het betreft een voorstel om enerzijds de BOR en de DSR bij vererving of schenking van ondernemingsvermogen voor reële bedrijfsopvolgingen te verruimen, maar anderzijds worden de BOR en DSR beperkt om onbedoeld gebruik tegen te gaan.

De voorgestelde versoepelingen behelzen het volgende:

  • Belemmeringen voor overdracht tijdens de bezitsperiode van de BOR, te weten bij schenkingen geldt als bezitseis een periode van vijf jaar en bij overlijden geldt een termijn van één jaar, worden versoepeld. Zo komt de voorwaarde dat een herstructurering voor de inkomstenbelasting fiscaal gefaciliteerd (“geruisloos”) moet plaatsvinden te vervallen, wanneer de economische gerechtigdheid tot de onderneming hetzelfde blijft
  • De voortzettingseis voor de BOR wordt per 1 januari 2025 verkort van vijf naar drie jaar na het tijdstip van overlijden of schenken.
  • Belemmeringen tijdens de voortzettingsperiode van de BOR worden ook met ingang van 1 januari 2026 ook versoepeld, wanneer de economische gerechtigdheid tot de onderneming niet afneemt en de verkrijger geen contanten ontvangt.

Dit alles wordt voorgesteld om herstructureringen makkelijker te maken.

De voorgestelde beperkingen behelzen het volgende:

  • De BOR en DSR kunnen alleen worden toegepast als de erflater of schenker gewone aandelen heeft, die tenminste 5% van het geplaatste kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen. De BOR en DSR zijn dan in beginsel niet meer van toepassing op soortaandelen, aandelen met een bijzondere gerechtigdheid ten aanzien van een of meerdere vermogensbestanddelen of activiteiten (zogeheten tracking stocks), preferente aandelen, lidmaatschapsrechten in een coöperatie, opties, winstbewijzen of belangen die alleen door samenhang met het bezit van andere aandelen of met het bezit van familieleden als een aanmerkelijk belang kwalificeren (de toepasselijkheid van de zogeheten meesleep- en fictieve aanmerkelijk belangen). Personen, die dergelijke aandelen bezitten, zullen hun positie opnieuw moeten bekijken. De zogenoemde verwateringsregeling blijft wel bestaan.
  • Wanneer het belang van de erflater of schenker in de onderneming tijdens de bezitsperiode is toegenomen (door bijvoorbeeld het bijkopen van aandelen), vindt de BOR op deze aandelen geen toepassing.
  • Gebruik van de BOR door op oudere leeftijd een onderneming te kopen (“rollatorinvesteringen”) is niet de bedoeling. Om dat te bereiken wordt de bezitsperiode voor de BOR voor erflaters of schenkers die de AOW-leeftijd hebben, verlengd.
  • Ondernemingsvermogen dat meerdere keren met toepassing van de BOR wordt overgedragen (“dubbel-BOR”), wordt uitgesloten van de BOR voor de verkoopprijs die in het verleden is ontvangen voor het ondernemingsvermogen.
  • Omzetting van verkregen aandelen in tracking stocks gedurende de voortzettingsperiode is niet toegestaan en leidt tot schending van het voortzettingsvereiste van de BOR.

Op deze voorstellen ligt tot en met 19 mei 2024 een internetconsultatie. Het is de bedoeling om de inkorting van de periode van de voortzettingsvereis van de BOR per 1 januari 2025 in te laten gaan en de geplande overige wijzingen per 1 januari 2026.

Voor nadere vragen over dit conceptwetsvoorstel en de fiscale gevolgen daarvan in uw geval, aarzel dan niet om contact op te nemen met mr. N.B.M. Vink of mr. S. Vink, advocaat-belastingkundigen bij Vink & Partners Legal and Tax.

Bron: Wetsvoorstel aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025 - voor internconsultatie