Nieuwsdetail Vink & Partners
Verhuld vastgoed in Dubai – project Dubai Leaks
Op 29 juli 2025 zijn na een WOO-verzoek interne stukken van de Belastingdienst uit het zogeheten Project Dubai Leaks openbaar gemaakt. Dit project valt onder de paraplu-aanpak binnen het programma Verhuld vermogen en ziet op personen met een connectie met Nederland en onroerend goed in Dubai.
De aanleiding voor dit project is een signaal dat het Central Liaison Office in juli 2021 spontaan heeft ontvangen van een buitenlandse Belastingdienst m.b.t. personen met een connectie met Nederland en onroerend goed in Dubai. Uit een analyse van dit bestand bleek dat er voldoende redenen waren om de signalen van deze leak op te pakken. Zo bleek in de onderzochte gevallen het bezit van onroerend goed in Dubai niet in de Nederlandse aangiften Inkomstenbelasting te zijn aangegeven. Daarnaast bleek uit de ingediende aangiften geen of onvoldoende middelen om het onroerend goed te kunnen aankopen. Nadat bekend is geworden dat de leak afkomstig was van een Amerikaanse NGO, te weten 4CADS, is in december 2022 bij dit bureau een verzoek ingediend om aanvullende gegevens te verkrijgen van de aan Nederland gelinkte eigenaren. Deze informatie is in januari 2023 door de Belastingdienst ontvangen.
Het bestand heeft betrekking op de jaren 2017-2021. Uit een analyse van deze informatie is een bestand van ongeveer 1.000 namen naar voren gekomen.
De eerste groep personen is in maart 2024 aangeschreven. Naar verwachting wordt de laatste groep personen in 2025 aangeschreven.
Uit de interne stukken blijkt dat de onderzoeken zullen starten met het schriftelijk benaderen van belastingplichtigen met het verzoek om nadere informatie te verstrekken. Indien nodig, kan besloten worden om een boekenonderzoek in te stellen en/of zullen er woonplaatsonderzoeken worden opgestart.
Ingeval een persoon in Nederland woont, heft Nederland inkomstenbelasting over het wereldinkomen, dus ook over in Dubai gelegen vastgoed. Vervolgens dient Nederland op grond van het belastingverdrag Nederland-Verenigde Arabische Emiraten ter zake vrijstelling te verlenen, nu de heffing over in Dubai gelegen vastgoed aan de Verenigde Arabische Emiraten is toegewezen. Met ingang van 1 januari 2017 is de te verlenen vrijstelling echter geen volledige vrijstelling meer als gevolg van een invoering van het drie schijventarief in box 3. Hierdoor heeft Nederland ter zake een gering heffingsbelang.
Alhoewel het bestand betrekking heeft op de jaren 2017-2021, zal het onderzoek niet enkel beperkt blijven tot deze jaren. De focus van de Belastingdienst zal met name gericht zijn op de herkomst van de financiering van het vastgoed in Dubai en de juiste verwerking ervan in de Nederlandse aangiften. Is de aankoop met crypto en/of contanten gedaan? En zo ja, wat is dan de herkomst van deze gelden? Zijn dat bijvoorbeeld niet-aangegeven inkomsten uit onderneming geweest (box 1), is er sprake geweest van niet-aangegeven spaartegoeden dan wel verzwegen cryptovermogen (box 3), of is de aankoop wellicht gedaan met behulp van een niet-aangegeven erfenis of schenking (erf- of schenkbelasting)?
Belastingplichtigen, die aangeschreven zijn, zijn verplicht om de verzochte informatie aan te leveren die voor de juiste belastingheffing te zijnen aanzien van belang kunnen zijn. Ingeval niet voldaan wordt aan de inlichtingenverplichting jegens de fiscus, dan kan de inspecteur overgaan tot het opleggen van het opleggen van een informatiebeschikking, een civiele procedure opstarten of het fiscaal strafrecht inzetten wegens het doen van onjuiste aangifte(n) of het niet-verstrekken van informatie. Welk traject zal worden ingezet, is sterk afhankelijk van de relevante feiten en omstandigheden van het geval.
De Belastingdienst signaleert bij de uitvoering van het project overigens in het hele proces een aantal risico’s. Ten eerste de betrouwbaarheid van de ontvangen informatie, nu de Belastingdienst niet over de originele bronbestanden beschikt, maar enkel over informatie die door derden is aangeleverd. Ten tweede bestaat het risico op veel ‘false positives’ (loos alarm). Dit duidt erop dat de Belastingdienst voor de oplegging van navorderingsaanslagen en boeten vrijwel volledig afhankelijk zal zijn van de informatie die door de belastingplichtige zelf zal worden verstrekt naar aanleiding van de gestelde vragen.
Mocht u door de Belastingdienst aangeschreven worden, of andere vragen hebben naar aanleiding van het bovenstaande, neem dan contact op met mr. N.B.M. Vink of mr. S. Vink, advocaat-belastingkundigen bij Vink & Partners Legal and Tax.