Deel vergrijpboete verviel dankzij het legaliteitsbeginsel

Op 14 juli 2017 deed de Rechtbank Gelderland een interessante uitspraak op het gebied van vergrijpboetes. Deze uitspraak is gepubliceerd op 17 juli 2017 (klik hier voor de complete uitspraak). 

Met ingang van 2 juli 2009 kan bij een zogenaamde vrijwillige inkeer een vergrijpboete alleen volledig achterwege blijven wanneer de inkeer plaats vindt binnen twee jaar nadat de onjuiste aangifte is gedaan. Volgens bovengenoemde Rechtbank dienen echter ook geen vergrijpboetes te worden opgelegd voor aangiften gedaan vóór 1 januari 2010. De Rechtbank komt tot dit oordeel omdat op moment dat de aangiften over de jaren 2001 t/m 2008 waren ingediend, nog niet bekend was dat op grond van de nieuwe regeling het volledig achterwege blijven van de vergrijpboete alleen gold voor de laatste twee jaar. Het opleggen van een verhoging was dan ook volgens de Rechtbank in strijd met het legaliteitsbeginsel.

Dat beginsel houdt in dat men voor het bestaan van een vergrijp geen zwaardere straf mag opleggen dan de straf die gold op het moment waarop het vergrijp plaatsvond. De fiscus deelt dit standpunt niet en was van oordeel dat het legaliteitsbeginsel niet van toepassing was omdat de inkeerregeling alleen een bepaling van strafvermindering zou zijn. Volgens de Rechtbank was dat niet het geval en is de regeling te zien als een vervolgingsuitsluitingsgrond. 

De Rechtbank vernietigde daarom de boetes over de jaren 2001 t/m 2008 volledig omdat de desbetreffende de aangiften voor deze jaren had ingediend vóór 1 januari 2010.

In dit geval was namelijk sprake van een vrijwillige inkeer en de inspecteur had op grond daarvan de verhogingen over de laatste twee jaren, in casu 2012 en 2013, niet opgelegd, maar wel verhogingen over de jaren 2001 t/m 2011. De verhogingen die derhalve in stand bleven, waren de verhogingen voor de jaren 2010 en 2011. 

Dit is een interessante uitspraak van de Rechtbank waar in voorkomende gevallen zeker een beroep op moet worden gedaan. Later, wanneer dit ook de rechtspraak van de Hoge Raad wordt, kan het niet meer wanneer er geen bezwaar etc. meer mogelijk is.

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met ondergetekende dan wel met mr. S. Vink, eveneens advocaat-belastingkundige.

Door: Klaus Vink