Conserverende aanslag deels strijdig met verdragstrouw volgens de Hoge Raad

Conserverende aanslag voor pensioen- en lijfrenteaanspraken bij emigratie naar Frankrijk is volgens de Hoge Raad gedeeltelijk in strijd met de goede verdragstrouw.

In het arrest van 14 juli 2017 heeft de Hoge Raad de door de Rechtbank Zeeland–West-Brabant gestelde vragen inzake de uitleg van het belastingverdrag gesloten tussen Nederland en Frankrijk als volgt beantwoord:

“Vraag 1: het in de heffing betrekken bij conserverende aanslag van negatieve uitgaven bij emigratie ter zake van een lijfrenteaanspraak voor het op grond van artikel 3.136, lid 2, van de Wet IB 2001 bepaalde bedrag komt niet in strijd met de goede trouw die in acht moet worden genomen bij de uitleg en toepassing van het Verdrag, voor zover de desbetreffende uitgaven zijn gedaan in de periode van 1 januari 1992 tot 1 januari 2001 of in de periode na 15 juli 2009.

Vraag 2: het in de heffing betrekken bij conserverende aanslag van negatieve uitgaven bij emigratie ter zake van een pensioenaanspraak voor het op grond van artikel 3.136, lid 3, van de Wet IB 2001 bepaalde bedrag komt niet in strijd met de goede trouw die in acht moet worden genomen bij de uitleg en toepassing van het Verdrag, voor zover het gaat om aanspraken en bijdragen ingevolge een pensioenregeling die na 15 juli 2009 op grond van artikel 3:81 van de Wet IB 2001 niet tot het loon zijn gerekend.”

Kortom: volgens de Hoge Raad is er – in tegenstelling tot het advies van de Advocaat-Generaal, die in geval van een pensioenaanspraak van oordeel was dat het opleggen van een conserverende aanslag bij emigratie strijdig was met de verdragstrouw – deels strijdigheid met de verdragstrouw zowel in het geval van een lijfrente als in het geval van een pensioen, met dien verstande dat de strijdigheid in geval van een pensioen beperkt is tot aanspraken en bijdragen die vóór 16 juli 2009 niet tot het loon zijn gerkend.

Voor de motivering van deze verschillen in behandeling wordt naar het arrest verwezen.

Voor nadere informatie kunt u terecht bij ondergetekende dan wel mr. S. Vink, eveneens advocaat-belastingkundige.

Door: Klaus Vink