Besluit noodmaatregelen coronacrisis is geactualiseerd

Het Besluit noodmaatregelen coronacrisis van 22 april 2020 is met ingang van 7 mei 2020 geactualiseerd (Besluit van 6 mei 2020, nr. 2020-9594).

Als gevolg van een actualisering van bovenbedoeld besluit geldt nu het volgende:

1. Lager gebruikelijk loon voor AB-werknemers

Bij omzetdalingen mag ook het gebruikelijk loon dat de AB-werknemer dient aan te geven, het zogenaamde fictief loon, in 2020 evenredig lager zijn.

De verlaging wordt bepaald volgens de volgende formule: A x B / C

A = daarbij het gebruikelijk loon over 2019; 
B = de omzet exclusief BTW over de eerste vier kwartaalmaanden van 2020, en
C = de omzet exclusief BTW over de eerste vier kalendermaanden van 2019.

De verlaging geldt alleen wanneer:

  1. De rekening-courantschuld of het dividend niet toe neemt als gevolg van het lagere gebruikelijke loon.
  2. Het feitelijk door de werknemer genoten loon mag niet lager zijn dan het gebruikelijke loon op basis van bovenbedoelde formule. Wanneer dat wel het geval is geldt het hogere loon. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een B.V. voor de AB-werknemer gebruik heeft gemaakt van de loonkostensubsidie op grond van de NOW, de tijdelijke noodmaatregel ter overbrugging voor behoud van werkgelegenheid.
  3. De omzet in 2019 of 2020 mag niet beïnvloed zijn door bijzondere omstandigheden, zoals: staking, splitsing, fusie en bijzondere baten.

Het gebruikelijke loon bedraagt normaliter minimaal € 46.000 (jaar 2020), dan wel is gelijk aan ten minste 75% van het loon van een meest vergelijkbare dienstbetrekking of het loon van de meestverdienende werknemer. Als gevolg van bovenbedoelde formule kan dat derhalve lager dan vorenbedoelde bedragen uitpakken.

2. Tijdelijke verhoging vrije ruimte werkkostenregeling

De vrije ruimte voor de eerste € 400.000,- van de fiscale loonsom mag tijdelijk per werkgever eenmalig verhoogd  worden naar 3%, oftewel naar € 12.000,- (was: 1,7% in 2020, oftewel € 6.800,-).

3. Het fictief mogen bepalen van het aantal uren per werk voor de zelfstandigen voor wat betreft de periode 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020

Bij de beoordeling van het aantal in het kalenderjaar bestede uren in het kader van het urencriterium worden ondernemers geacht in de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 ten minste 24 uur per week aan de onderneming te hebben besteed, ook al is dat minder geweest als gevolg van de Coronacrisis. Bij de beoordeling van het aantal uren in het kader van de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid worden het aantal uren in dezelfde periode gesteld op ten minste 16 uur per week. In geval van een piek in werkzaamheden in vorenbedoelde periode wordt de ondernemer geacht een gelijk aantal uren te hebben besteed als het aantal uren die hij heeft besteed in dezelfde periode in 2019, te weten de periode 1 maart 2019 tot en met 31 mei 2019.

4. Vorming van fiscale coronareserve in de VPB-sfeer

Onder voorwaarden mogen belastingplichtigen bij het bepalen van het fiscale resultaat in het boekjaar 2019 voor de vennootschapsbelasting (VPB) een zogeheten fiscale coronareserve vormen. De reserve kan worden gevormd voor het gehele of gedeeltelijke coronagerelateerde verlies dat men verwacht over het boekjaar 2020. Uiteraard gelden hiervoor een aantal voorwaarden. Het gaat te ver om hierop in dit verband in te gaan.

Heeft u vragen over dit onderwerp, aarzel dan niet om contact op te nemen met mr. N.B.M. Vink of mr. S. Vink, advocaat-belastingkundigen, verbonden aan Vink & Partners Legal and Tax.