Geen recht op thuiswerken in coronatijd

Door de coronasituatie werken nog altijd veel mensen thuis. Dat is in lijn met het algemene overheidsadvies om tot september zoveel mogelijk thuis te werken. Maar wat nu indien een werknemer thuis wil werken, maar een werkgever dit weigert toe te staan? Staat de werknemer dan in zijn recht indien hij niet op het werk komt opdagen? Rechtbank Gelderland heeft heeft zich op 14 juni 2020 over een dergelijk geval uitgelaten. Het volgende was aan de hand.

Op 15 maart 2020 stuurt de werkgever een e-mail aan alle werknemers, waarin staat dat: ‘‘tot nader order thuis wordt gewerkt om de mogelijkheid op besmetting met het coronavirus zo klein mogelijk te maken.’’ Op 11 april 2020 krijgt de werkneemster in kwestie het verzoek om weer op kantoor te verschijnen. De werkneemster gaat op 14 april 2020 naar haar werk, maar vraagt diezelfde dag nog per e-mail om toestemming om alsnog thuis te mogen werken. De werkgever geeft toestemming, maar dan wel onder het voorbehoud dat de werkneemster naar kantoor dient te komen indien dat noodzakelijk is. Op 6 mei 2020 schrijft de werkgever aan alle werknemers de volgende tekst: ‘Vanaf aanstaande maandag werken wij weer allemaal op de zaak. Wij hebben onderstaande maatregelen genomen om jullie veilig te kunnen laten werken’.  Vervolgens wordt een opsomming gegeven van de maatregelen, welke niet veel meer op handen hebben dan een voorschrift ter zake van het wassen van handen, het voldoende afstand houden van elkaar en enige beperkingen ten aanzien van het aantal mensen in een ruimte, zoals in de kantine.

Werkneemster stuurt vervolgens een e-mail aan haar werkgever, waarbij zij wijst op het overheidsadvies om tot september thuis te werken. Nadat partijen nog wat over en weer hebben gemaild, stuurt werkgever op 11 mei 2020 een e-mail, waarin vermeld wordt dat zij als werkneemster de redelijke opdrachten van haar werkgever, zoals het verschijnen op een werkplek, dient op te volgen.

Werkneemster stapt vervolgens naar de rechter. Zij wil dat de werkgever door de rechter verplicht wordt haar toe te staan tot 1 september 2020 thuis te werken.

De rechter gaat hier echter niet in mee. De rechter overweegt namelijk dat:

  • De werkgever heeft gemotiveerd en onderbouwd goed naar voren gebracht dat zij in verband met de Coronacrisis meerder maatregelen heeft genomen om een veilige werkplek te creëren. Dat blijkt uit de e-mail van 6 mei 2020, waarin instructies staan beschreven en werkplekken zijn toebedeeld aan werknemers. Daar heeft de werkgever ter zitting nog aan toegevoegd dat het aantal stoelen in de kantine is teruggebracht, dat er op meerdere plekken ontsmettingsmiddelen staan en dat is geprobeerd om iedere werknemer een eigen kantoorruimte te geven. Hiermee is naar het oordeel van de rechter aannemelijk dat de werkgever passende coronamaatregelen heeft getroffen.
  • De werkgever heeft uitgelegd dat zeker in deze economische onzekere tijden nodig is dat de werknemers aanwezig zijn op de werkplek. Er moeten pakketten worden aangenomen en tevens dienen bestellingen te worden verwerkt en verzonden, waarbij korte lijnen van belang zijn. Daarnaast begeleidt de werkneemster een collega, welke taak niet kan worden overgenomen door twee andere collega’s, gelet op de werkdruk.

Op grond hiervan beslist de rechter dat het zeer algemeen geformuleerde overheidsadvies over zoveel mogelijk thuis werken niet zo ver ingrijpt op deze specifieke arbeidsverhouding dat werkneemster daaruit een recht op thuiswerken kan putten.

Kortom, in deze zaak was thuiswerken geen recht. Hoewel elke uitspraak casuïstisch is en derhalve sterk wordt ingekleurd door de specifieke omstandigheden van het geval, kan uit deze uitspraak wel afgeleid worden dat indien een werkgever uitgebreid motiveert dat hij maatregelen heeft genomen en dat thuiswerken niet (goed) mogelijk is, een werknemer in principe op de werkvloer zal moeten verschijnen.

Indien u vragen heeft over dit onderwerp, aarzel dan niet om contact op te nemen met mr. P. Contreras, advocaat, verbonden aan Vink & Partners Legal and Tax.