Toch bijtelling privégebruik auto door ritten van dga naar golfclubs

Een DGA meende dat zijn 79 ritten naar golfclubs in het jaar 2011 als zakelijk konden worden beschouwd. Op deze grond meende hij dat deze kilometers niet meetelden bij de bepaling van de vraag of er in enig jaar meer dan 500 kilometers privé gereden was met de zakelijk ter beschikking gestelde auto. Voor de bijtelling privégebruik auto is 500 kilometer namelijk de grens. Wordt er in enig jaar meer dan 500 kilometer privé gereden, dan volgt er een bijtelling privégebruik auto voor de loonheffing. 

De inspecteur was het niet met de DGA eens. Het werd uiteindelijk een procedure. Het Hof ’s-Hertogenbosch heeft op 21 juni 2018 onder verwijzing naar een arrest van de Hoge Raad van 15 juni 1985, nr. 22.921, BNB 1985/215, geoordeeld dat personen die qua inkomen, vermogen en gezin in dezelfde omstandigheden als de DGA verkeren jaarlijks 17 bezoeken aan golfclubs brengen, zodat in zoverre sprake is van privékilometers. Als gevolg daarvan werden er 272 extra privé gereden kilometers opgeteld bij de andere wel in de rittenadminitsrtatie als privé verantwoorde kilometers, te weten 326. Als gevolg daarvan kwam het totaal uit op meer dan 500 privé gereden kilometers. De bijtelling privégebruik auto was derhalve volgens het Hof ’s-Hertogenbosch terecht. De DGA was het daar niet mee eens en heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft vervolgens op 22 maart 2019 met toepassing van art. 81 Wet RO geoordeeld dat de middelen of klachten vand de dga niet tot cassatie kunnen leiden.

Indien u vragen heeft over de bijtelling privégebruik auto of geconfronteerd wordt met correcties op dit punt, neem dan contact op met mr. N.B.M. Vink of mr. S. Vink, advocaat-belastingkundigen, verbonden aan Vink & Partners Legal and Tax