Renteswapverlies is soms toch aftrekbaar

Een B.V. hield zich bezig met de productie van groenten. Zij had eind 2009 een financieringsovereenkomst met een bank afgesloten tegen een variabele rente. In november 2009 sloot de B.V. daarvoor bij diezelfde bank een renteswap. Ultimo 2012 had de renteswap een negatieve waarde. De B.V. kocht de renteswap in 2014 af. In geschil was of de B.V. de negatieve waarde van de renteswap ten laste van de winst mocht brengen. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelde op 8 maart 2018 dat goed koopmansgebruik zich er niet tegen verzet een verlies op de renteswap ten laste van de winst te brengen als de renteswap in het vermogen van de B.V. een louter speculatieve functie vervult. Verliesneming is echter volgens het hof niet mogelijk als de renteswap dient ter afdekking van renterisico’s. Het hof verwees daarbij naar het arrest van de Hoge Raad van 23 januari 2004 (ECLI:NL:HR:2004:AI0670). In het onderhavige geval was hier volgens het hof sprake van, nu de inspecteur voldoende aannemelijk had gemaakt dat de renteswap in dit geval was aangegaan ter gedeeltelijke afdekking van de renterisico’s op de door de B.V. aangegane financiering.

Tot nadere informatie zijn mr. N.B.M. Vink en mr. S. Vink, advocaat-belastingkundigen, verbonden aan Vink & Partners Legal and Tax, gaarne bereid.