Kruislings schenken niet vrijgesteld

Op 8 februari 2019 werd in een nieuwsbericht van de Telegraaf melding gemaakt van het kruislings schenken van de ene ouder aan het kind van een andere ouder en vice versa, met de bedoeling om op deze wijze nog een keer gebruik te kunnen maken van de (verhoogde) schenkingsvrijstelling eigen wonig van ruim € 100.000,-.

Naar aanleiding van dit nieuwsbericht zijn in de Tweede Kamer vragen gesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft op 11 maart 2019 geantwoord dat in een dergelijk geval een beroep op de vrijstelling niet gehonoreerd wordt. Hij verwees daarvoor onder andere naar de uiteenzettingen tijdens de parlementaire behandeling van het Belastingplan 2014 en het Belastingplan 2016, waarin onder andere de verhoogde vrijstelling aan de orde kwam. Uit hetgeen toen aangegeven werd, is volgens hem duidelijk dat toepassing van de vrijstelling in een dergelijk geval niet de bedoeling is; ja, zelfs in strijd is met de letter en geest van de successiewet 1956. Kruislingse schenkingen als bovenbedoeld worden derhalve beschouwd als een schenking aan het eigen kind, waardoor er schenkbelasting bij het kind wordt geheven, indien het kind reeds eerder beroep heeft gedaan op een verhoogde vrijstelling schenkbelasting wegens een schenking van dezelfde ouder. 

Het bovenstaande is niet onlogisch, omdat dit soort schenkingen enkel gedaan worden wanneer de ene ouder de schenking doet aan het kind van de andere ouder en vice versa. Ook als er sprake is van een derdenbeding is de verkrijging belast. De ene ouder heeft immers de verkrijging van van de andere ouder bedongen ten behoeve van het eigen kind. Eén en ander zou ook gezien kunnen worden als een schenking onder voorwaarde, te weten dat de ene ouder een schenking doet wanneer de andere ouder dat ook doet. Op voorwaardelijke schenkingen is de verhoogde schenkvrijstelling echter niet van toepassing. Dat blijkt onder andere uit één van de nadere voorwaarden, zoals opgenomen in de Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting. Om in aanmerking te komen voor de verhoogde schenkvrijstelling moet er namelijk sprake zijn van een onvoorwaardelijke schenking. Kortom: het leek leuk, maar het is natuurlijk te leuk om waar te zijn.

Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande meer informatie wensen, neem dan contact op met mr. N.B.M. Vink of mr. S. Vink, advocaat-belastingkundigen, verbonden aan Vink & Partners Legal and Tax.