Denk aan de herplaatsingsplicht (2)

In ons nieuwsbericht van 28 februari 2017 wezen wij naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank Amsterdam erop dat de herplaatsingsplicht een harde eis is en dat werkgevers hiermee zorgvuldig om dienen te gaan. Dit blijkt ook weer uit een recent vonnis van de Rechtbank Noord-Nederland van 22 maart 2017

Feiten

In de aan de Kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland voorgelegde zaak, had werkgever (Achmea) om ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht in verband met disfunctioneren van de werknemer. Werknemer was op 15 september 2005 in dienst getreden bij (de rechtsvoorganger van) Achmea en was laatstelijk werkzaam in de functie van Deskaccountmanager. Achmea heeft aan haar verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ten grondslag gelegd dat werknemer niet in staat is de werkzaamheden behorend bij zijn functie naar behoren te verrichten. Met name de verkoopresultaten blijven al tweeënhalf jaar achter bij de gestelde norm, terwijl het verkopen van producten een van de voornaamste taken van de functie van werknemer is, aldus Achmea.

Oordeel

De kantonrechter overweegt eerst dat het in deze zaak gaat om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden. De kantonrechter stelt voorop dat uit artikel 7:669 lid 1 BW volgt dat de arbeidsovereenkomst alleen kan worden ontbonden indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt.

Het disfunctioneren wordt door de kantonrechter aangenomen, waarna hij moet beoordelen of voldaan is aan de herplaatsingsplicht. In dit verband overweegt de kantonrechter dat beoordeeld dient te worden of herplaatsing van de werknemer in een andere passende functie binnen de opzegtermijn, als bedoeld in artikel 10 lid 1 van de Ontslagregeling, al dan niet met behulp van scholing, niet mogelijk is of niet in de rede ligt.

Ingevolge artikel 9, lid 3 van de Ontslagregeling is van een passende functie sprake wanneer deze aansluit bij de opleiding, ervaring en capaciteiten van de werknemer of wanneer de werknemer daarvoor binnen een redelijke termijn met behulp van scholing geschikt zal kunnen zijn. Bij een disfunctionerende werknemer kán een passende functie een functieniveau lager liggen. Indien de onderneming van de werkgever, zoals hier het geval is, deel uitmaakt van een groep, dienen op grond van artikel 9 lid 2 van de Ontslagregeling bij de beoordeling of een passende functie beschikbaar is mede arbeidsplaatsen in andere tot deze groep behorende ondernemingen betrokken te worden. Bovendien moeten bij de beoordeling of binnen de onderneming van de werkgever een passende functie beschikbaar is en herplaatsing mogelijk is krachtens deze bepaling niet alleen de arbeidsplaatsen worden betrokken waarvoor een vacature bestaat of waarvoor binnen een redelijke termijn een vacature zal ontstaan, maar dient ook rekening te worden gehouden met arbeidsplaatsen waarop werknemers of personen die geen werkzaamheden van tijdelijke aard verrichten gedurende ten hoogste 26 weken, werkzaam zijn:

  1. op basis van een tijdelijke arbeidsovereenkomst, die binnen de redelijke termijn, bedoeld in artikel 10, eindigt;
  2. op basis van een uitzendovereenkomst;
  3. op basis van een arbeidsovereenkomst waarin de omvang van de arbeid niet is vastgelegd;
  4. die ter beschikking zijn gesteld, anders dan door een payrollwerkgever;
  5. die de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd hebben bereikt; of
  6. anders dan op basis van een arbeidsovereenkomst, tenzij deze werkzaamheden worden verricht in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep, deze werkzaamheden worden verricht door of namens natuurlijke of rechtspersonen die zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, en het voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is dat deze werkzaamheden anders dan op basis van een arbeidsovereenkomst worden verricht.

Vervolgens overweegt de kantonrechter dat uit de overgelegde verslagen van de voortgangsgesprekken die in het kader van het herplaatsingstraject door Achmea met werknemer zijn gevoerd, blijkt dat Achmea het solliciteren van werknemer alleen heeft gefaciliteerd. Zij heeft hem gewezen op openstaande vacatures en hulp aangebonden bij het solliciteren. Gezien voormeld toetsingskader en gezien de grootte van het concern waartoe Achmea behoort, heeft werknemer, aldus de kantonrechter, met recht betoogd dat Achmea zich aldus te passief heeft opgesteld. Achmea had actiever moeten zoeken en had eventuele belemmeringen om voor de gevonden functies in aanmerking te komen zoveel als mogelijk weg dienen te nemen. Gelet op het feit dat het disfunctioneren van werknemer geen verwijtbaar handelen of nalaten van werknemer in de zin van artikel 7:669 lid 3 onderdeel e BW betreft, heeft Achmea bovendien onvoldoende onderbouwd waarom zij aan werknemer in het kader van het herplaatsingstraject niet dezelfde positie heeft toegekend als aan werknemers die in het kader van een binnen Achmea uitgevoerde reorganisatie boventallig zijn geworden en een voorrangspositie hebben bij sollicitaties naar interne vacatures. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat onvoldoende is gebleken dat herplaatsing van werknemer in een andere passende functie binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, niet mogelijk is. Met het oog op het feit dat ingevolge dit oordeel het herplaatsingsonderzoek opnieuw dient te worden uitgevoerd, hecht de kantonrechter eraan op te merken dat gelet op het bepaalde in de Ontslagregeling dit onderzoek zich ook dient uit te strekken tot tijdelijke functies met een looptijd van meer dan 26 weken.

Slotsom

Zoals eerder benadrukt in onze nieuwsberichten, is het van belang dat werkgevers hun inspanningen zichtbaar maken op het punt van de herplaatsingsplicht. Hierbij kan gedacht worden aan een actieve begeleiding van de werknemer, initiatief nemen en  voor zover mogelijk eventuele belemmeringen voor de werknemer wegnemen, bijvoorbeeld door scholing.

Heeft u hiermee te maken en wenst u in dit verband nader overleg om het traject zorgvuldig en doeltreffend in te steken, dan kunt u vanzelfsprekend contact opnemen met een van de advocaten van Vink & Partners Legal and Tax.